Argenta-Fund Responsible Growth Fund – Cap

Duurzaamheidsinformatie

Samenvatting

Bekijk de samenvatting van de duurzaamheidsinformatie

Geen ernstige afbreuk doen aan het behalen van de duurzame beleggingsdoelstelling

De beheerder zorgt ervoor dat de duurzame beleggingen die het compartiment gedeeltelijk wil doen, geen significante schade toebrengen aan één van zijn ecologische of sociale duurzame beleggingsdoelstellingen door een uitsluitingslijst te gebruiken en alleen in bedrijven te investeren waarvan ESG score behoort in ieder geval tot de beste 75% in hun sector.

Hoe is rekening gehouden met de indicatoren voor ongunstige effecten?

Bekijk de verklaring 2023 inzake de belangrijkste ongunstige effecten op de duurzaamheid

Ongunstige effecten worden in aanmerking genomen door middel van een grondige analyse van controverses en controversiële activiteiten en gerelateerde risico's (zie uitsluitingslijst). Deze beoordeling van de controverses houdt rekening met de verschillende ongunstige effecten in de onderstaande tabel en schat de impact van de controverses die verband houden met elke ongunstige impact in kwestie.

Verplichte / Aanvullend PAIs Tabel # PAI-indicatoren Domein Aard indicatoren
/
Emmittent
Het investeringsbeleid houdt rekening met deze PAI-indicator Databron en beleid
Verplichte 1 1 Emissie broeikasgassen Emissie broeikasgassen Milieu / Onderneming JA  Het duurzaam investeringsbeleid van AAM stelt zich als doel om de emissie van broeikasgassen gunstig te laten evolueren zonder zich een expliciet numeriek doel te stellen.  Het monitoren van bedrijven die bepaalde normen nastreven is een essentieel deel van de opvolging van de gunstige evolutie.
Verplichte 1 2 Koolstofvoetafdruk Emissie broeikasgassen Milieu / Onderneming JA  Het duurzaam investeringsbeleid van AAM stelt zich als doel om de koolstofvoetafdruk te verminderen  zonder zich een expliciet numeriek doel te stellen.  Het monitoren van bedrijven die bepaalde normen nastreven is een essentieel deel van de opvolging van de gunstige evolutie.
Verplichte 1 3 Broeikasgassen intensiteit ondernemingen waarin is belegd Emissie broeikasgassen Milieu / Onderneming JA  Het duurzaam investeringsbeleid van AAM stelt zich als doel om de intensiteit van de emissie van de broeikasgassen te verminderen  zonder zich een expliciet numeriek doel te stellen.  Het monitoren van bedrijven die bepaalde normen nastreven is een essentieel deel van de opvolging van de gunstige evolutie.
Verplichte 1 4 Blootstelling aan ondernemingen actief in de sector fossiele brand stoffen Emissie broeikasgassen Milieu / Onderneming JA  Investeringen in fossiele brandstoffen worden voor bedrijven uit de nutssector toegelaten onder de voorwaarde dat deze bedrijven meer hernieuwbare energie opwekken dan het gemiddelde van de nutssector. De blootstelling van bedrijven aan fossiele brandstoffen is beperkt tot 0% voor bedrijven uit de energiesector, en het tot 10% voor bedrijven uit andere sectoren.
Verplichte 1 5 Aandeel verbruik en opwekking niet-hernieuwbare energie Emissie broeikasgassen Milieu / Onderneming JA  Het duurzaam investeringsbeleid van AAM stelt zich als doel om het aandeel verbruik en opwekking niet-hernieuwbare energie te verminderen zonder zich een expliciet numeriek doel te stellen.  Het monitoren van bedrijven die bepaalde normen nastreven is een essentieel deel van de opvolging van de gunstige evolutie.
Verplichte 1 6 Intensiteit energieverbruik per sector met grote klimaateffecten Emissie broeikasgassen Milieu / Onderneming JA  Het duurzaam investeringsbeleid van AAM stelt zich als doel om de intensiteit van het energieverbruik per sector met hoge klimaateffecten gunstig te laten evolueren zonder zich een expliciet numeriek doel te stellen.  Het monitoren van bedrijven die bepaalde normen nastreven is een essentieel deel van de opvolging van de gunstige evolutie.
Verplichte 1 7 Activiteiten met negatieve gevolgen voor biodiversiteitsgevoelige gebieden Biodiversiteit Milieu / Onderneming JA  Controverses: Door de opvolging van controversies kunnen ongustige effecten op duurzaamheidsfactoren aan het licht komen. Moody's stelt hierover gedetailleerde risico analyse rapporten op. Afhankelijk van de ernst, frequentie en het al dan niet beperkt aanwezig zijn van communicatie over een doelgericht beleid kan via het stemrecht aan de emmittent bijsturing gevraagd worden (AAM heeft in samenwerking met ISS een duurzaam proxy voting beleid geimplementeerd).
Bij zeer hoog risico wordt er overgegaan tot het uitsluiten van de emmittent. Bestaande posities in deze emmittent worden dan verkocht door de beheerders en zij zullen niet meer de mogelijkheid hebben om in deze emmittent te beleggen.
Verplichte 1 8 Emissies in water Water Milieu / Onderneming JA 
Verplichte 1 9 Aandeel gevaarlijk afval en radioactief afval Afval Milieu / Onderneming JA 
Verplichte 1 10 Schendingen van de beginselen van het VN Global Compact of van de richtsnoeren voor multi nationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) Sociale thema’s en arbeidsomstandigheden Sociale / Onderneming JA  Controverses: Door de opvolging van controversies kunnen ongustige impacten op duurzaamheidsfactoren aan het licht komen. Moody's stelt hierover gedetailleerde risico analyse rapporten op. Afhankelijk van de ernst, frequentie en het al dan niet beperkt aanwezig zijn van communicatie over een doelgericht beleid kan via het stemrecht aan de emmittent bijsturing gevraagd worden (AAM heeft in samenwerking met ISS een duurzaam proxy voting beleid geimplementeerd).
Bij zeer hoog risico wordt er overgegaan tot het uitsluiten van de emmittent. Bestaande posities in deze emmittent worden dan verkocht door de beheerders en zij zullen niet meer de mogelijkheid hebben om in deze emmittent te beleggen.
Verplichte 1 11 Ontbreken van procedures en compliancemechanismen voor het monitoren van de naleving van de beginselen van het VN Global Compact en de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen Sociale thema’s en arbeidsomstandigheden Sociale / Onderneming JA 
Verplichte 1 12 Niet-gecorrigeerde loonkloof tussen mannen en vrouwen Sociale thema’s en arbeidsomstandigheden Sociale / Onderneming JA 
Verplichte 1 13 Genderdiversiteit raad van bestuur Sociale thema’s en arbeidsomstandigheden Sociale / Onderneming JA 
Verplichte 1 14 Blootstelling aan controversiële wapens (antipersoneelsmijnen, clustermunitie, chemische wa pens en biologische wapens) Sociale thema’s en arbeidsomstandigheden Sociale / Onderneming JA  Emittenten met blootstelling aan controversiële wapens worden geweerd van alle compartimenten van de Vennootschap.
Verplichte 1 15 Intensiteit broeikasgassen (overheden/landen) Milieu Milieu / Staten JA  Het duurzaam investeringsbeleid van AAM stelt zich als doel om de intensiteit van de broeikasgassen gunstig te laten evolueren zonder zich een expliciet numeriek doel te stellen.  Het monitoren van overheden die bepaalde normen nastreven is een essentieel deel van de opvolging van de gunstige evolutie. Special focus ligt om landen die  het  verdrag van Parijs ondertekent hebben en zo een explicite bijdrage nastreven tot het reduceren van broeikasgassen.
Verplichte 1 16 Landen waarin is belegd met schendingen van sociale rechten Sociaal Sociale / Staten JA  Het duurzaam investeringsbeleid van AAM stelt zich als doel om de landen met zware schendingen van sociale rechten te weren.  
Verplichte 1 17 Blootstelling aan fossiele brandstoffen via vastgoedactiva Fossiele brandstoffen Milieu / Real Estate n.v.t.  n.v.t. 
Verplichte 1 18 Blootstelling aan energie-inefficiënte vastgoedactiva Energie-efficiënte Milieu / Real Estate n.v.t.  n.v.t. 
Aanvullend 2 17 Aandeel obligaties die niet zijn uitgegeven op grond van Uniewetgeving inzake ecologisch duurzame obligaties Groene titel Milieu / Staten JA  Het duurzaam investeringsbeleid van AAM stelt zich als doel om het aandeel obligaties die niet zijn uitgegeven op grond van Uniewetgeving inzake ecologisch duurzame obligaties gunstig te laten evolueren zonder zich een expliciet numeriek doel te stellen.  
Aanvullend 3 19 Gemiddelde score vrijheid van meningsuiting (overheidsinstanties) Sociaal Sociale / Staten JA  Het duurzaam investeringsbeleid van AAM stelt zich als doel om non-free landen zoals gedefinieerd door de Freedom House-lijst te weren. 

Het beleid t.a.v. Emissie broeikasgassen (PAI 1-6 + PAI 15 en aanvullende PAI 17)

Het duurzaam investeringsbeleid van AAM stelt zich als doel om de emissie van broeikasgassen gunstig te laten evolueren zonder zich een expliciet numeriek doel te stellen.  Het monitoren van bedrijven die bepaalde normen nastreven is een essentieel deel van de opvolging van de gunstige evolutie. Ook overheden dienen hun bijdrage te leveren en dit wordt ook gemeten (PAI 15).

Belangrijk is ook dat al de compartimenten van de Vennootschap rechtstreekse investeringen in ondernemingen die actief zijn in de sector Energie (olie, gas en steenkool) met activiteiten die verband houden met PAI 4 “Blootstelling aan ondernemingen actief in de sector fossiele brandstoffen” uitsluiten. Dit heeft een belangrijke impact op de gerapporteerde waarde.

Het investeringsbeleid van het compartiment werkt tevens sterk ondersteunend om de emissie van broeikasgassen te verminderen. Dit komt tot uiting door de bijzondere aandacht aan hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, een belangrijke thematische focus van Argenta.

Wat investeringen in obligaties betreft, zal de beheerder de nodige inspanningen leveren om “groene” obligaties op te nemen, rekening houdend met een passend allocatie beleid van het compartiment. Groene obligaties zijn obligaties met uitgesproken ecologisch karakter. Deze doelstelling is tevens een expliciete gekozen aanvullende milieu-indicator die momenteel door de beheerders van AAM in aanmerking genomen wordt, met name PAI 17 van Tabel 2.

Het beleid t.a.v. Biodiversiteit, Emissies in water en Gevaarlijk afval (PAI 7-9)

Ondernemingen maken onvoldoende informatie bekend die aan de definities van de verordening voldoen. Zodoende is het niet eenvoudig om hierover te rapporteren. Wel omvat het exclusie beleid van AAM de uitsluiting van bepaalde ondernemingen die pesticides produceren.

Bovendien houdt het duurzaam investeringsbeleid van AAM rekening met milieu-indicatoren  PAI 7-9 door middel van het Controversy Risk Assessment van Moody's ESG Solutions. De beheerders krijgen via deze database een kijk op controverses in deze factoren.  Als publieke informatie of beschuldigingen van betrouwbare bronnen een onderneming aantijgen over de manier waarop ze omgaat met deze milieukwesties, zal dit in de risicoanalyse opgenomen worden. 

Voor controverse in deze factoren wordt een Severity score (“ernstgraad”) bepaald en dit op basis van de omvang, de reikwijdte en de remediërende/onherstelbare aard van de controverse voor zowel stakeholders als ondernemingen. Er zijn vier ernstniveaus in het kwantificatiesysteem van AAM: Kritiek, Hoog, Aanzienlijk en Minder belangrijk, waarbij 'Kritiek' het hoogste niveau is.

Mocht blijken dat een onderneming een ernstniveau ‘Kritiek’ bereikt en een slecht remediërend beleid voert inzake de aanpak van controverses kan dat zelfs leiden tot een effectieve uitsluiting van de onderneming. Bestaande posities in deze emmittent worden dan verkocht door de beheerders en zij hebben dan niet meer de mogelijkheid om te investeren in een dergelijk bedrijf.

Proxy voting - Stemmen bij volmacht

AAM implementeert, in samenwerking met ISS, een proxy voting beleid voor de aandeelhoudersvergaderingen van de ondernemingen in portefeuille.  Voor bedrijven die betrokken zijn bij controverses in zake milieu-indicatoren   PAI 7-9 en de gevolgen op de maatschappij onvoldoende aanpakken, zal AAM redelijke voorstellen van aandeelhouders steunen die bedrijven vragen om aanpassingen te maken in het duurzaamheidsbeleid om gunstige evolutie op deze milieu-indicatoren   te bekomen. AAM zal ook onder meer stemmen over voorstellen van het management waarin AAM als aandeelhouder gevraagd wordt het actieplan van de onderneming voor deze milieu-indicatoren   goed te keuren, rekening houdend met de volledigheid en striktheid van het plan.  Op deze manier tracht AAM via de proxy voting bedrijven aan te sporen om belangrijke stappen te zetten in het beheer van bepaalde milieufactoren.

Het beleid t.a.v. sociale indicatoren (PAI 10-13 en aanvullende PAI 19)

Het duurzaam investeringsbeleid van AAM houdt rekening met sociale indicatoren PAI 10-13 door middel van het Controversy Risk Assessment van Moody's ESG Solutions. De beheerders krijgen via deze database een kijk op controverses in deze factoren.  Als publieke informatie of beschuldigingen van betrouwbare bronnen een onderneming aantijgen over de manier waarop ze omgaat deze sociale kwesties, zal dit mee in de risicoanalyse opgenomen worden. 

Voor controverse in deze factoren wordt een Severity score (“ernstgraad”) bepaald en dit op basis van de omvang, de reikwijdte en de remediërende/onherstelbare aard van de controverse voor zowel stakeholders als ondernemingen. Er zijn vier ernstniveaus in het kwantificatiesysteem van AAM: Kritiek, Hoog, Aanzienlijk en Minder belangrijk, waarbij 'Kritiek' het hoogste niveau is.

Mocht blijken dat een onderneming een ernstniveau ‘Kritiek’ bereikt en een slecht remediërend beleid voert inzake de aanpak van controverses kan dat zelfs leiden tot een effectieve uitsluiting van de onderneming. Bestaande posities in deze emmittent worden dan verkocht door de beheerders en zij hebben dan niet meer de mogelijkheid om te investeren in een dergelijk bedrijf.

Proxy voting - Stemmen bij volmacht

AAM implementeert, in samenwerking met ISS, een proxy voting beleid voor de aandeelhoudersvergaderingen van de ondernemingen in portefeuille.  Voor bedrijven die betrokken zijn bij controverses in zake sociale indicatoren PAI 10-13 en de gevolgen op de maatschappij onvoldoende aanpakken, zal AAM redelijke voorstellen van aandeelhouders steunen die bedrijven vragen om aanpassingen te maken in het duurzaamheidsbeleid om gunstige evolutie op deze sociale indicatoren te bekomen. AAM zal ook onder meer stemmen over voorstellen van het management waarin AAM als aandeelhouder gevraagd wordt het actieplan van de onderneming voor deze sociaal gerelateerde indicatoren goed te keuren, rekening houdend met de volledigheid en striktheid van het plan.  Op deze manier tracht AAM via de proxy voting bedrijven aan te sporen om belangrijke stappen te zetten in het beheer van bepaalde sociale factoren.

Het beleid t.a.v. vrijheid van meningsuiting (aanvullende PAI 19)

Voor de aanvullende indicator PAI 19 van tabel 3 “Gemiddelde score vrijheid van meningsuiting” gaat de beheerder over tot een indeling tussen vrije, gedeeltelijk vrije en niet-vrije landen. Deze vrijheidsgraad beoordeelt aan de hand van het onafhankelijke programma Freedom House in hoeverre politieke en maatschappelijke organisaties vrij kunnen handelen. Landen die niet vrij zijn, worden uitgesloten van de portefeuille.

Het beleid t.a.v. controversiële wapens (aanvullende PAI 14)

Bedrijven met activiteiten die verband houden met de indicator PAI 14 “Blootstelling aan controversiële wapens” zijn uitgesloten van het beleggingsuniversum van alle compartimenten van de Vennootschap.

Het beleid t.a.v. landen waarin is belegd met schendingen van sociale rechten (aanvullende PAI 16)

Wat deze sociale indicator met betrekking tot beleggingen in staatsobligaties betreft wordt door de beheerder een analyse van de uitgevende landen uitgevoerd op basis van de lijst van door de Europese Unie gesanctioneerde landen.

De beheerder noteert het aantal landen dat onderhevig is aan sociale schendingen (absoluut aantal en relatief aantal gedeeld door alle landen waarin het compartiment belegt), zoals vermeld in internationale verdragen en conventies, de principes van de Verenigde Naties en, indien van toepassing, , nationale wetgeving. Het duurzaam investeringsbeleid sluit landen uit waarop Europese sancties van toepassing zijn.

Hoe zijn de duurzame beleggingen afgestemd op de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen en de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleen en mensenrechten?

Bij het analyseren van controverses evalueert Moody’s ESG Solutions alle bedrijven uit het universum op basis van de ‘UN Global Compact Principles’.

•             Principe 1: bedrijven moeten binnen de grenzen van hun invloedssfeer de internationaal uitgevaardigde mensenrechten eerbiedigen.

•             Principe 2: bedrijven moeten zich er altijd van vergewissen dat zij niet medeplichtig worden aan schending van de mensenrechten.

•             Principe 3: bedrijven moeten de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen handhaven.

•             Principe 4: de uitbanning van iedere vorm van verplichte en gedwongen arbeid.

•             Principe 5: de effectieve afschaffing van kinderarbeid.

•             Principe 6: de bestrijding van discriminatie in arbeid en beroep.

•             Principe 7: bedrijven moeten voorzorg betrachten bij hun benadering van milieu-uitdagingen.

•             Principe 8: bedrijven moeten initiatieven ondernemen om een groter milieubesef te bevorderen.

•             Principe 9: bedrijven moeten de ontwikkeling en de verspreiding van milieuvriendelijke technologieën stimuleren.

•             Principe 10: bedrijven moeten elke vorm van corruptie tegengaan, inclusief afpersing en omkoping.

Internationale duurzaamheidsnormen die door Moody's ESG Solutions worden gebruikt voor de ESG-beoordelingen zijn onder meer:

•             the United Nations Global Compact (UNGC),

•             the International Bill of Human Rights,

•             the UN Agenda for Sustainable Development Goals,

•             the International Labour Organization (ILO) conventions,

•             the Intergovernmental Economic Organization (OECD) Guidelines for Multinational Enterprises,

•             the International Organization for Standardization (ISO) 26000 Standards.

Duurzame beleggingsdoelstelling van het financiële product

Dit compartiment heeft een duurzame beleggingsdoelstelling in de zin of SFDR Verordening. Het zal minimaal 80% van zijn activa in duurzame beleggingen investeren.

Om dit minimum van 80% te bereiken, belegt het in bedrijven die een ESG (Environmental, Social & Governance) score hebben die behoort tot de beste van hun sector en die een duurzame economische activiteit uitoefenen die bijdraagt aan de verwezenlijking van duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals (“SDG”)) of die overeenkomt met de doelstellingen van artikel 9 van Taxonomie Verordening.

Doordat het compartiment Responsible Growth Fund steeds in verschillende thema’s investeert zal het ook steeds inzetten op veel verschillende SDGs. En zullen de SDGs waar het meer of minder op inzet verschillen in de tijd afhankelijk van de asset allocatie die het compartiment op elk moment voert. Zo kan het bijvoorbeeld inzetten op bescherming van de waterkwaliteit wat een duidelijke positieve bijdrage heeft tot volgende SDG:

-SDG 6: Schoon water en sanitair.

Maar het kan ook beleggen in:

- bedrijven die een betere toegang tot informatie- en communicatietechnologieën (“ICT”) en het aanbieden van datagerelateerde diensten bevorderen, wat een positieve bijdrage levert aan de volgende SDGs:

- SDG 1: Geen armoede

- SDG 5: Gendergelijkheid

- SDG 9: Industrie, innovatie en infrastructuur

- bedrijven die zich bezighouden met basisvoeding en gezonde voeding, wat een positieve bijdrage levert aan de volgende SDG:

- SDG 2: Geen honger

- gezondheidsbedrijven die profiteren van medische vooruitgang en toegankelijkheid, wat een positieve bijdrage levert aan de volgende SDG:

- SDG 3: Goede gezondheid en welzijn

Om dit minimum van 80% duurzame beleggingen te bereiken, kunnen de beheerders ook bedrijfsobligaties selecteren die zijn uitgegeven door diezelfde duurzame bedrijven en/of staatsobligaties die worden uitgegeven door landen die het Klimaatakkoord van Parijs hebben ondertekend en die ook een positieve bijdrage leveren aan het behalen van één of meer SDGs.  Groene, sociale en duurzame obligaties worden automatisch opgenomen in het duurzame beleggingsgedeelte van de portefeuille.

Beleggingsstrategie

De beleggingsstrategie steunt op een selectie van bedrijven op basis van een uitsluitingslijst (controversiële activiteiten en controverses).

Het wordt voor het deel duurzame beleggingen in de portefeuille versterkt door het criterium van bijdrage aan bepaalde SDGs of aan een duurzame economische activiteit die overeenkomt met de doelstellingen van artikel 9 van Taxonomie Verordening en door een selectie van bedrijven op basis van het principe van “best in class" van bedrijven met de beste ESG scores (alleen bedrijven die een ESG score hebben die behoort tot de beste 75% van hun sector komen in aanmerking voor investering).

Beoordelingsbeleid voor praktijken op het gebied van goed bestuur van de ondernemingen waarin is belegd:

Wat de bedrijfs-aandelen en obligaties in de portefeuille betreft, wordt er op twee manieren rekening gehouden met governancekwesties:

1.            in de duurzaamheidscriteria en methodologie die Argenta in samenwerking met Moody's ESG Solutions heeft ingevoerd om de best presterende aandelen op het gebied van ESG-score te selecteren. Moody's ESG Solutions heeft de ESG-toepassingscriteria geclassificeerd:

Mensenrechten Menselijke hulpbronnen Ondernemingsbestuur Milieu Bedrijfsgedrag Betrokkenheid van de gemeenschap
Fundamentele rechten van de Mens Sociale dialoog Raad van bestuur Milieustrategie Productveiligheid Sociale en economische ontwikkeling
Fundamentele Arbeidsrechten Betrokkenheid van de werknemers Audit en interne controles Preventie en bestrijding van vervuiling Informatie aan klanten Sociale effecten van producten en diensten
Geen discriminatie Reorganisaties Aandeelhouders Groene producten en diensten Klantenrelaties Filantropie
Kinderarbeid en dwangarbeid Loopbaanontwikkeling Verloning van de leiders Biodiversiteit Toeleveringsketen (contracten)  
Verloning Vergoeding   Water Toeleveringsketen (arbeidsnormen)  
  Gezondheid en veiligheid   Energie Toeleveringsketen (milieunormen)  
  Werkuren   Luchtemissies Corruptie  
      Afvalbeheer Anti-concurrentie  
      Lokale vervuiling Lobbyen  
      Transport    
      Productgebruik en -verwijdering    

2. in de instructies voor proxy voting van AAM. Door gericht gebruik te maken van zijn stemrecht geeft de beheerder aan bedrijven aan hoeveel belang hij hecht aan bepaalde maatschappelijke normen, kan hij zich verzetten tegen resoluties die indruisen tegen deze normen of kan hij externe resoluties steunen die streven naar duurzame verandering. Het is een soort hefboom om het bedrijfsbeleid aan te passen.

Daarnaast wordt ook rekening gehouden met het governance-aspect van staatsobligaties omdat de beheerders de volgende obligaties uitsluiten van hun selectie:

1. de obligaties uitgegeven door overheden met de slechtste scores op de corruptielijst van www.transparency.org (minder dan 40 scoren op de Corruption Perceptions Index https://www.transparency.org/ en/cpi/).

2. de obligaties uitgegeven door overheden die onvoldoende maatregelen nemen om witwassen van geld en financiering van terrorisme te voorkomen. Dit zijn de landen met strategische tekortkomingen in de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme die voorkomen op de lijst van de Financial Action Task Force (FATF) (www.fatf-gafi.org).

Aandeel beleggingen

Wat is de activa-allocatie en het minimumaandeel duurzame beleggingen ?

Het compartiment zal beleggen in aandelen, in obligaties en in schuldinstrumenten. Het zal minimaal 80% van zijn activa in duurzame beleggingen investeren.

Het compartiment mag tot 10% van haar netto activa bijkomend investeren in aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging in effecten (« ICBE’s »). De minimale milieu- en sociale garanties van deze onderliggende ICBE’s deelbewijzen worden gewaarborgd door hun artikel 9-classificatie (duurzame beleggingsdoelstelling) in de zin van de SFDR Verordening.

Het compartiment voorziet ook in de mogelijkheid om tot 20% van zijn netto activa te beleggen in liquide middelen om lopende of uitzonderlijke betalingen te dekken, of voor de tijd die nodig is om te herbeleggen in activa die voldoen aan de algemene bepalingen van het prospectus of voor een periode die strikt noodzakelijk is in geval van ongunstige marktomstandigheden. Voor afdekkingsdoeleinden kan het compartiment ook gestructureerde financiële instrumenten en financiële derivaten inzetten.

De  categorie #1 Duurzaam  omvat duurzame beleggingen met ecologische of sociale doelstellingen.

De categorie #2 Niet duurzaam omvat beleggingen die niet als duurzame belegging kwalificeren.

Monitoring van duurzame beleggingsdoelstelling

AAM bepaalt de criteria die zullen worden gebruikt om te bepalen of een bedrijf als een duurzame belegging kan worden beschouwd.

Op basis van deze criteria zullen de gegevens over de effecten in de portefeuilles van de compartimenten worden bijgewerkt en op halfjaarlijkse basis worden geverifieerd. Voor haar analyse maakt AAM gebruik van gegevens van Moody's ESG Solutions en andere potentiële bronnen.

Wanneer een nieuw effect in de portefeuille van het compartiment komt, zal dit effect worden geanalyseerd volgens dezelfde criteria om te bepalen of het binnen het bereik van duurzame beleggingen valt. Als dat niet het geval is, doet de beheerder de investering niet.

AAM heeft gepaste interne controles geïmplementeerd met betrekking tot het respect voor de duurzaamheid van bedrijven. Deze controles worden uitgevoerd op twee niveaus : door de beheerder en, op een tweede niveau, door de onafhankelijke risicobeheerfunctie.

Als het compartiment een positie heeft in een emittent die niet langer aan deze positieve criteria voldoet na de halfjaarlijkse actualisering van de gegevens, beschikt de beheerder over een bepaalde periode om het betrokken effect te verkopen (3 maanden voor aandelen en 6 maanden voor de obligaties).

Het duurzaam investeringsbeleid wordt beschreven in sectie “Integratie van environmental-, social, governance ("ESG") en duurzame kwesties in beheer” van het prospectus.

Methodologieën

AAM bepaalt de criteria die zullen worden gebruikt om te bepalen of een bedrijf als een duurzame belegging kan worden beschouwd.

Voor haar analyse maakt AAM gebruik van gegevens van Moody's ESG Solutions en andere potentiële bronnen.

•             De Best in class op het gebied van ESG

De methodologie van de berekening van de ESG score van een bedrijf is gebaseerd op internationaal erkende normen en standaarden zoals :

 •            the United Nations Global Compact (UNGC),

•             the International Bill of Human Rights,

•             the UN Agenda for Sustainable Development Goals,

•             the International Labour Organization (ILO) conventions,

•             the Intergovernmental Economic Organization (OECD) Guidelines for Multinational Enterprises,

•             the International Organization for Standardization (ISO) 26000 Standards.

Moody’s ESG Solutions berekent een aparte E (Environmental), S (Social) en G (Governmental) score en ook een samenvattende ESG-score in zijn Equitics© ESG-research.

Moody’s ESG Solutions heeft deze normen en standaarden opgedeeld in zes onderzoeksdomeinen rond maatschappelijk verantwoord ondernemen: mensenrechten, menselijk kapitaal, milieu, maatschappelijke impact, marktethiek, deugdelijk bestuur waaronder 38 criteria vallen.

De criteria en domeinen gebruikt in het berekenen van de ESG-score worden gepubliceerd op de website www.argenta.lu/nl/duurzaamheid onder de titel "Bekijk de volledige lijst van de criteria en domeinen gebruikt in het berekenen van de ESG-score ".

  • Positieve bijdrage aan één van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals (“SDG”)) die in 2015 door de Verenigde Naties zijn aangenomen

Het tweede criterium dat de duurzame beleggingen van AAM definieert, is het criterium dat rekening houdt met de positieve bijdrage aan het behalen van één of meer SDGs.

Om te bepalen of een bedrijf een positieve bijdrage levert aan de SDGs wordt er door Moody’s ESG Solutions gekeken naar de economische duurzame activiteiten die het bedrijf in kwestie uitoefent. Vandaag de dag werden er een 90tal activiteiten geïdentificeerd die bijdragen aan de SDGs. Bedrijven die actief zijn in één van deze 90 economische duurzame activiteiten worden aanschouwd als bedrijven die een positieve bijdrage leveren tot de SDGs.

Als de activiteiten van een bedrijf op een kleine (1%-10%), significante (10%-40%) of grote (>40%) positieve manier bijdragen aan één van de SDGs, wordt de totale positie in aandelen en bedrijfsobligaties geteld als een duurzame belegging. De berekening is niet alleen gebaseerd op het percentage van de omzet of winst dat het bedrijf uit deze activiteiten haalt, maar ook op de inzet van het bedrijf voor deze duurzame activiteit. AAM handelt op deze manier, omdat deze duurzame activiteiten vaak nog groeien en ontwikkelen en omdat bedrijven en landen stilaan voor dit soort activiteiten kiezen. Omdat deze activiteiten en investeringen essentieel zijn in de transitie naar een duurzamere economie, wordt de gehele positie in het bedrijf als duurzaam geteld. Het is ook belangrijk dat deze bedrijven naast hun duurzame economische activiteiten altijd verantwoord opereren. Dit wordt binnen Argenta-fondsen geregeld via de bovengenoemde uitsluitingscriteria.

  • Europese taxonomie

De positieve bijdrage wordt ook behaald door te investeren in bedrijven die duurzame economische activiteiten hebben die overeenkomen met de doelstellingen van artikel 9 van de Taxonomie Verordening en die door Moody’s ESG Solutions worden gekeken.

Om aanschouwd te worden als duurzame overheidsobligaties, moeten deze obligaties worden uitgegeven door één van de landen die het Klimaatakkoord van Parijs hebben ondertekend en die zoals de bedrijven een positieve bijdrage leveren aan het behalen van de SDGs.

Deze mate van bijdrage wordt gemeten door de SDG Country Index van de Verenigde Naties, die een inschatting maakt van de mate waarin landen al stappen hebben gezet om de verschillende SDGs te realiseren. Alleen obligaties uitgegeven door een land met een score groter dan of gelijk aan 70% kunnen worden opgenomen in het duurzame deel, met uitzondering van Groene, sociale en duurzame Obligaties, die automatisch worden meegenomen in de berekening van het duurzame beleggingsgedeelte van de portefeuille.

AAM stelt deze lijst halfjaarlijks op. Voor het samenstellen van de lijst maakt AAM gebruik van gegevens over landen die het Klimaatakkoord van Parijs hebben ondertekend die komen van Moody's ESG Solutions en gegevens over de bijdrage van staten aan de SDGs die aanwezig zijn in de Global SDG-index.

Databronnen en -verwerking

a) de gegevensbronnen die zijn gebruikt om de duurzame beleggingsdoelstelling van het financiële product te bereiken

De database van Moody's ESG Solutions vormt de basis van de analyses van de beheerder. Het bevat de volgende dataset:

-              ESG-data van Moody’s ESG Solutions en het risicobeoordelingskader Controversy voor inzichten van controverses en om de door het financiële product gepromote ecologische of sociale kenmerken te bereiken. Op basis van sector analyses wordt een Best in class selectie doorgevoerd (het bepalen van de 75% beste leerlingen van de klas per sector). Het proces omvat dagelijkse screening van externe bronnen en interactie met emittenten voor hun feedback. Voor elke controverse wordt een gedetailleerde analyse uitgevoerd volgens Moody’s ESG Solutions onderzoeksmethode en kwaliteitsnormen, waarbij het onderstaande proces wordt gevolgd: van identificatie van informatie (met behulp van onder meer de Factive Dow Jones zoekmachine) over filtering en beoordeling tot validatie. Moody’s ESG Solutions zorgt ervoor dat alle bedrijven onpartijdig worden geanalyseerd en beoordeeld, met behulp van de meest actuele open source informatie afkomstig van:

➢ Bedrijven: websites, jaarverslagen, persberichten, brochures, catalogi, presentaties voor investeerders, enz. worden gescreend om elke positionering van een bedrijf over een geïdentificeerde controverse te identificeren. Moody’s ESG Solutions biedt uitgevende instellingen de mogelijkheid om op elk moment op controverses te reageren.

➢ Factiva Dow Jones:  Moody’s ESG Solutions heeft toegang tot meer dan 33.000 publicaties wereldwijd van kranten, sectorgerichte tijdschriften en lokale publicaties. Nieuwsverhalen over de bedrijven worden uit honderden wereldwijde persbronnen gehaald. De Dow Jones Intelligent Indexing van Factiva, waarin de dochterondernemingen van alle genoemde emittenten zijn opgenomen, wordt regelmatig bijgewerkt. De bestreken talen zijn Engels en Frans.

-              Bronnen van belanghebbenden: Moody’s ESG Solutions zoekt informatie op thematische websites zoals Greenpeace International, Business & Human Rights Resource Centre, Climate Liability News, China Labor Watch, Friends of the Earth, Amnesty International, OESO Contact Points, UNI Global Union, en vele andere. De sectordeskundigen van Moody’s ESG Solutions controleren ook regelmatig sectorspecifieke bronnen.

Vertrouwelijke informatie wordt niet gebruikt.

Voor sommige indicatoren gebruikt Moody’s ESG Solutions ook informatie uit sectorspecifieke bronnen. Voor indicator PAI 14 "Blootstelling aan controversiële wapens" bijvoorbeeld, gebruiken zij onder meer Landmine & Cluster Munition Monitor; Stop Explosive Investments; Don't Bank on the Bomb.

Om de uitsluitingslijst vast te stellen bekijkt Argenta ook de blootstelling aan fossiele brandstoffen a.h.v. sector ICB classificatie.

De volgende lijsten worden gebruikt om landen uit te sluiten bij het analyseren van overheden als emittenten van obligaties:

1.            Het onafhankelijke Freedom House-programma (https://freedomhouse.org/countries/freedom-world/scores)

2.            Transparency International (https://www.transparency.org)

3.            het intergouvernementeel orgaan van de FATF (Financial Action Task Force www.fatf-gafi.org)

4.            de lijst van landen die door de Europese Unie zijn gesanctioneerd (https://sanctionsmap.eu/#/main).

Bij het analyseren en selecteren van Groene, sociale en duurzame obligaties maakt de beheerder gebruik van marktleiders op het gebied van second-party opinion services en selecteert deze op basis van de principes van International Capital Markets Association (ICMA).

AAM implementeert, in samenwerking met ISS, een proxy voting beleid voor de aandeelhoudersvergaderingen van de ondernemingen in portefeuille. De beheerders kunnen de analyse m.b.t. de agendapunten van de algemene vergaderingen raadplegen.  Deze informatie omtrent de uitvoering van het stembeleid wordt voor rapporteringsdoeleinden gebruikt. Deze informatie wordt op het investeringscomité van AAM  besproken.

Voor bredere marktgegevens raadpleegt AAM Refinitv Eikon en Bloomberg.

b) de maatregelen die zijn genomen om de kwaliteit van de gegevens te waarborgen

AAM vertrouwt op externe bronnen en vertrouwt ook op interne kwaliteitsbeoordelingen. De gegevensleverancier Moody’s ESG Solutions is gecontroleerd op de kwaliteit van hun leveringsdiensten van ESG-gegevens. Hun ESG-beoordelingsmethodologie is gebaseerd op internationale normen en referentieteksten.

Moody's ESG Solutions maakt gebruik van openbaar beschikbare informatie. Hun informatieverzameling is daarom gebaseerd op:

» Alleen openbaar beschikbare informatie

» Uit identificeerbare en geloofwaardige bronnen

» Zelf gerapporteerde bronnen en bronnen van derden gebruiken

» Kwalitatieve en kwantitatieve informatie

Verantwoordelijke en identificeerbare analisten zitten achter elke ESG-beoordeling van een bedrijf.

Wanneer informatie verkregen uit bedrijfs- en openbare bronnen over het crisisbeheersingssysteem onvoldoende is, wordt dit aangegeven.

Hun onderzoeksmethodologieën en gegevensverzamelingsprocessen zijn ISO9001-gecertificeerd.

Het kwaliteitsmanagementsysteem van Moody's ESG Solutions is ISO 9001:2015 gecertificeerd voor de volgende activiteiten:

» de informatieverzamelings-, kwalificatie- en beoordelingsprocessen,

» de interne ontwikkeling van methodologieën,

» de productie, verkoop en levering van ESG-gegevens en afgeleide diensten.

Dataproviders worden benaderd om de datadekking waar nodig te vergroten.

c) de gegevensverwerking

AAM verzamelt gegevens uit verschillende databases (in excel/csv formaat of van website).  De verschillende databases worden gealinieerd door unieke emittent-indentificatoren.  Op deze manier wordt de inhoud gekoppeld aan de titels aanwezig in de portefeuille of aan referentieposities.

Gegevensverwerking kent verschillende vormen. AAM streeft ernaar om data-acquisitie zo geautomatiseerd mogelijk te laten verlopen om operationele risico's of onnodige menselijke tussenkomst te voorkomen.

De beheerders kunnen ze raadplegen, verder onderzoeken en integreren in investment cases.

Relevante functionele data worden tevens automatisch opgeladen in de fonds management tool voor het beheer en voor het risk management voor verdere compliance checks. Zo vermijdt AAM operationele risico's. Ook de rapportering die verzorgd wordt door een derde partij Anevis maakt gebruik van dezelfde databases. Op deze manier wordt er op een consequente wijze controlesystemen ingebouwd om de kwaliteit van de data doorheen de beheercyclus te waarborgen. 

d) het aandeel geschatte gegevens

De data die AAM gebruikt zijn data die door dataleveranciers worden aangeleverd. AAM gebruikt in de regel geen inschattingen.

Nog niet alle ondernemingen maken informatie bekend die aan de definities van de SFDR Verordening voldoet. In dat geval wordt "geen informatie" vermeld in de database. AAM denkt dat financiële marktdeelnemers duidelijk zullen willen zien wat nu openbaar wordt gemaakt en wat niet.

Bij de gegevensverzameling door de dataleveranciers zelf worden soms schattingen gebruikt (bijvoorbeeld van % inkomsten). AAM verkiest hierin een conservatieve aanpak.  Als er bijvoorbeeld geen exacte gegevens over de inkomsten van duurzame activiteiten zijn, gebruiken de beheerders een minimale schaling (Minor). 

Daarnaast worden sommige indicatoren momenteel niet openbaar gemaakt of ontbreken er duidelijke normen uit de SFDR Verordening. In dat geval verstrekt AAM indirecte gegevens die zo nauw mogelijk aansluiten bij de definitie in de SFDR Verordening. Momenteel zijn de indicatoren PAI 7 en 17 volledig gebaseerd op indirecte gegevens. Bovendien vult AAM voor indicator PAI 1, en dus ook voor de indicatoren PAI 2 en 3, de feitelijke en afgeleide broeikasgasemissies aan met ramingen, voor zover er voldoende informatie is om een raming te maken.

In het bijzonder bij het bepalen van de ongunstige effecten op de biodiversiteitgevoelige omgevingen (PAI 7) gebruiken de beheerder een indirecte indicator die het geschatte aandeel van de faciliteiten van een bedrijf weergeeft dat een negatieve invloed kan hebben op gebieden die van groot belang zijn voor de biodiversiteit, wat betekent dat zij " geassocieerd zijn met een industrie die een grote impact heeft op de natuurlijke omgeving’.

Hier stelt de dataprovider expliciet dat de Industrieën worden gerangschikt op basis van hun totale hulpbronneninput (totale watervoetafdruk, akkerlandareaal, bebost areaal en input van grondstoffen) en hun emissie-output (stikstof- en fosforemissies) en gegroepeerd per land. Ze gebruiken de Multi-Regional Input Output (MRIO) dataset van The Eora Global Supply Chain Database, die schattingen geeft van het verbruik van hulpbronnen en recente handelsvolumes tussen alle landen en industriesectoren (Lenzen et al. 2013). Faciliteiten die geassocieerd worden met een land met een hoge impact op de industrie worden gelabeld als faciliteiten met een potentieel negatieve impact op de biodiversiteit.

Voor overheden en landen zijn numeriek data sets moeilijker verkrijgbaar: bij voorbeeld de emissie broeikasgassen, die tevens gebaseerd zijn op inschattingen op basis van internationaal erkende methodologieën. 

Ondanks de beperkingen die intrinsiek verbonden zijn aan de aanpak en aan het verzamelen van gegevens, stelt AAM alles in het werk om de meest nauwkeurige en uitgebreide methodologieën te gebruiken en om de rapportering op een zo transparant mogelijke manier te genereren.

Methodologische en databeperkingen

De beheerder wordt geconfronteerd met een zekere beperking in het verzamelen van gegevens over de duurzaamheid van bedrijven en overheden.

Enerzijds zijn bedrijven niet verplicht om ESG data aan te leveren en anderzijds is de dataverzameling van overheden zeer complex en arbeidsintensief. 

AAM hanteert een risico averse benadering van de beperkingen van de methodologieën en data verzameling. Zo kunnen alleen bedrijven die zijn geanalyseerd en een ESG-score behalen bij de 75% best presterende bedrijven in hun sector positief worden geselecteerd.

Due diligence

Gedurende het gehele beleggingsproces wordt binnen AAM due diligence uitgevoerd. AAM heeft passende interne controles geïmplementeerd die gericht zijn op de naleving van duurzame beleggingen. Deze controles worden uitgevoerd op twee niveaus: eerst door de beheerder en op een tweede niveau, door de onafhankelijke risicobeheerfunctie.

Investeringsbeslissingen worden binnen het investeringscomité genomen na grondige voorbereiding door de beheerders waarbij rekening wordt gehouden met duurzaamheidsfactoren.

Nalevingscontroles met betrekking tot duurzaamheid worden uitgevoerd door de onafhankelijke risicobeheerfunctie vóór elke transactie, tegelijk met nalevingscontroles met betrekking tot de geschiktheid van nieuwe effecten: verenigbaarheid met het beleggingsbeleid en hun verenigbaarheid met het risicoprofiel van het compartiment (type instrument , prijs, volume en beschikbare liquiditeit).

Na elke berekening van de inventariswaarde zorgt AAM ervoor dat de portefeuille voldoet aan de wettelijke beleggingsbeperkingen en het beleggingsbeleid van het compartiment, inclusief de naleving van de duurzaamheidscriteria.

Als blijkt, tijdens een van deze controles dat het compartiment belegt in een positie uitgegeven door een emittent die voorkomt op één van de uitsluitingslijsten, omdat deze emittent tijdens de halfjaarlijkse update aan één van de uitsluitingslijsten is toegevoegd, beschikt de beheerder over een bepaalde termijn om het betrokken effect te verkopen (3 maanden voor de aandelen en 6 maanden voor de obligaties).

Als blijkt, tijdens een van deze controles dat het compartiment een positie heeft in een emittent die niet langer aan deze positieve criteria voldoet na de halfjaarlijkse actualisering van de gegevens, beschikt de beheerder over een bepaalde periode om het betrokken effect te verkopen (3 maanden voor aandelen en 6 maanden voor de obligaties).

Als tegenstrijdige informatie zich voordoet, is de kernfilosofie van AAM het vermijden van risico's. AAM zal er in ieder geval voor zorgen dat niet-duurzame posities zo spoedig mogelijk worden geliquideerd.

Engagementbeleid

Duurzaamheid speelt een centrale rol in al wat AAM doet. Ook in het fondsenbeheer zet ze zich in om duurzaamheid te integreren in het beleid. De fondsbeheerders vragen dan ook aan de emittenten waarin ze investeren dat ze de beste ESG-praktijken nastreven en hun maatschappelijk rol op het vlak van duurzaamheid op te nemen.

De fondsbeheerders gaan het duurzaam engagement op verschillende manieren aan.

  • Er zijn verschillende activiteiten waarin de fondsbeheerders niet willen investeren omdat ze schadelijk zijn of afbreuk doen aan bepaalde maatschappelijke waarden. Bij voorbeeld:  controversiële wapens, tabak, gokken, pornografie en wapens. 
  • Via een dialoog met ondernemingen/fondsen maken ze ondernemingen/fondsen op een constructieve manier duidelijk dat duurzame kwesties een centrale plaats dienen in te nemen in hun beleid. Ze verzorgen deze dialoog met de ondernemingen in portefeuille vaak via een meer indirecte georganiseerde aanpak door gebruik te maken van gestuurde externe research. Dit wordt aangevuld via directe gesprekken met managementteams waar nodig.  
  • Mocht blijken dat de ondernemingen in portefeuille m.b.t. bepaalde controverses niet transparant communiceren of geen duurzaam corrigerend plan van aanpak kunnen voorleggen, kan dit tot een verkoop van het aandeel, of obligatie van de desbetreffende onderneming leiden.
  • Door doelgericht gebruik te maken van hun stemrecht signaleren de fondsbeheerders aan de ondernemingen dat ze belang hechten aan bepaalde maatschappelijke normen, kunnen ze resoluties tegengaan die in strijd zijn met deze normen of kunnen ze externe resoluties steunen die duurzame veranderingen nastreven. Het is als het ware een hefboom om het beleid van de ondernemingen bij te sturen.

Op basis van de ingewonnen informatie vormen de fondsbeheerders een beeld van de belangrijkste uitdagingen bij het duurzaam beleggen, zijn ze in staat om bepaalde keuzes te maken in het gevoerde beleid en kunnen ze de bedrijven aansturen door het opgenomen engagement. 

Om dit te verwezenlijken heeft AAM samenwerkingsverbanden aangegaan met twee dataleveranciers: Enerzijds Moody’s voor de integratie van de duurzaamheidsdata in het fondsenbeheer en anderzijds ISS voor de delegatie van het stemrecht ook wel proxy voting genoemd.

Beide dataleveranciers gaan op regelmatige basis een constructieve dialoog aan met de verschillende stakeholders zoals bestuurders en vertegenwoordigers van ondernemingen, institutionele aandeelhouders, dissidente stakeholders, sponsors van aandeelhoudersvoorstellen en andere partijen om een dieper inzicht en onderbouw te bekomen in vele “duurzame” kwesties en om materiële feiten te controleren die relevant zijn voor het beleggingsproces.

De besproken onderwerpen kunnen variëren van algemene beleidsperspectieven, inspanningen rond duurzaamheid tot specifieke stempunten. Soms wordt een dergelijke dialoog geïnitieerd door de dataleveranciers ISS of Moody’s, soms door de emittent of op initiatief van de aandeelhouders zoals de Fondsen.

Bijzondere aandacht wordt besteed aan milieustrategie en impact activiteiten die geïntegreerd zijn  in het bedrijfsmodel van de onderneming - en eventuele toekomstige aanpassingen, waarvan de doelstellingen in de loop van de tijd worden gecontroleerd, op basis van zinvolle en kwantificeerbare indicatoren.

De resultaten en evaluatie van het engagement zullen in de door hen gepubliceerde verslagen tot uiting komen en meegenomen worden bij de interne evaluatie en gekaderd worden t.a.v. het uitgestippelde beleid.

Behalen van duurzame beleggingsdoelstelling

Dit financiële product wordt actief beheerd. Geen index wordt als referentiebenchmark aangewezen voor het bereiken van de duurzame beleggingsdoelstelling van het financiële product.