Flinke plensbui boven Wall Street (en omstreken)
Ook in de week vóór de beursbui leek de fut er al wat uit. Het zoveelste record op de S&P 500 en vooral de technologiebeurs Nasdaq waren gesneuveld. De beurshelden oogden wat vermoeid na al het noeste klimwerk, dat vooral door een selecte groep koplopers werd verricht. De rest hing er (al meerdere jaren) maar lusteloos bij.
Er mocht dan ook werkelijk niets misgaan met die paar bedrijven die de hele beurshausse voor hun rekening namen, zo niet dreigde er een substantiële correctie. En als er iets mis kan gaan, zo leert Edward Murphy ons, dan zal het ook mis gaan1.
Grafiek 1: Evolutie van een aantal wereldbeurzen sinds 1 januari 2024
Maar ging er wel écht iets mis? Het verwachte pad van de Amerikaanse beleidsrente begint er immers steeds gunstiger uit te zien, met quasi zekerheid over een eerste daling in september, gevolgd door een tweede knip in december en een drietal verdere neerwaartse aanpassingen van de kortetermijnrente in 2025. De ECB zal een gelijkaardig traject volgen.
Dit vormt een ideaal scenario voor beurzen, zeker in combinatie met de pas gepubliceerde economische groeicijfers over het tweede kwartaal van dit jaar: Niet te snel zodat de inflatie geen kans zou krijgen om te versnellen, maar ook niet te traag zodat het doemscenario van een recessie achterwege kan blijven.
De inflatiecijfers neigen intussen, zij het via een bonkig pad, geleidelijk naar een aanvaardbaar niveau en zullen midden 2025 ergens landen in de buurt van de doelstelling van de centrale banken. De diensteninflatie stuurt weliswaar nog dreigende signalen uit, maar de huurprijzen lijken intussen te stabiliseren en dat werkt voorlopig voldoende compenserend om de Fed (en de ECB) toe te laten om hun rentebeleid geleidelijk te versoepelen.
De arbeidsmarkt blijft stevig en creëert meer dan voldoende nieuwe jobs. De loonbasis neemt gestaag toe en dit in voldoende mate om consumptieve bestedingen te ondersteunen, zonder dat de loonkosten overmatig accelereren.
Wat initieel nog opstartte als een doordeweekse plensbui op Wall Street nam de dimensie van een wolkbreuk aan na de publicatie van de bedrijfsresultaten over het voorbije kwartaal van twee beursreuzen, Tesla en Alphabet. De eerste leverde ontgoochelende cijfers, vooral wat betreft de winstmarge, maar het bedrijf lonkt al veelbelovend naar betere tijden op basis van een heroriëntatie van haar productengamma. De tweede, het moederbedrijf van Google, leverde zelfs betere resultaten dan algemeen werd verwacht. Toch werd Alphabet afgestraft omdat bepaalde onderdelen van het bedrijf opnieuw achterbleven. In beide gevallen volstaat het om wat verder te kijken dan de neus spreekwoordelijk lang is om opnieuw perspectief te zien in het groeimodel van beide bedrijven.
Er viel ook bemoedigend nieuws te rapen bij een aantal andere hooggeprofileerde bedrijven, zoals ISRG (robotchirurgie) en Manhattan Associates (bedrijfsorganisatie). Ook in Europa waren er opvallend sterke resultaten voor bijvoorbeeld SAP en Atoss Software. Dat beeld wordt helaas overschaduwd door de slechte vooruitzichten van ASML door de verwachte omzetdaling in China en de rake klappen die de luxe-sector moet ondergaan.
Bij zo’n terugval van de aandelenkoersen vallen er al snel scherpe woorden over de onrealistische waarderingen van AI-bedrijven en de ‘dwaze’ winstprojecties die de aandelenbeurzen naar onverantwoorde niveaus hadden opgejaagd. Op die stratosferische hoogte is de lucht inderdaad ijl en dreigt men snel in ademnood te komen, zeker bij de huidige beperkte liquiditeit op de financiële markten. Pas wanneer de winstcijfers over de belangrijkste trendsetters bekend zijn, kunnen we ons een beter beeld vormen over het waarderingsniveau. Op Apple (1 augustus) en Microsoft (30 juli) hoeven we niet lang meer te wachten. Nvidia publiceert zijn kwartaalresultaten echter pas op 23 augustus en zal hiermee de richting bepalen in het najaar.
Doemdenken is absoluut niet nodig. Vergeet immers niet dat de vallende koersen van een aantal megawaarden ook een verbreding van de beursrally mogelijk maken. Als de rente daalt tijdens een periode van sterke algemene economische groei, kunnen ook bedrijven met een minder uitgesproken groeiprofiel hun plaats in de schijnwerpers opeisen. Een euro of een dollar kun je echter maar één keer uitgeven, zodat er winst wordt genomen op de toppresteerders uit het recente verleden, die vervolgens geherinvesteerd wordt in achtergebleven waarden.
Verlies ook niet te snel uit het oog dat de hoge vlucht die enkele topbedrijven namen, niet gebaseerd was op kortetermijnvooruitzichten maar gemotiveerd was door de winstprognose over een periode van een drietal jaar. Oordeel daarom niet te snel wanneer één of ander kwartaalcijfer wat tegenslaat.
Zoals altijd zal ook deze vermeende correctie een opportuniteit vormen voor investeerders die er het geduld voor kunnen opbrengen (en dat vermogen wordt nu getest).
Misschien, heel misschien, heeft de tijdelijke zwakte van de ‘large cap’-bedrijven ook te maken met de aflossing van Joe Biden door Kamala Harris. Eerstgenoemde was al zo goed als uitgeteld, met een extreem zwakke prestatie tijdens het intussen beruchte televisiedebat en een gezondheid die zienderogen verzwakte (waarvoor alle medeleven en begrip). Zijn vervanging door de dienstdoende vicepresident heeft niet alleen meer animo gebracht, maar ook wat meer spanning. De gebruikelijke, succesvolle tactiek van Donald Trump om zijn tegenstanders met brutale schimpscheuten onderuit te schoppen, kan nu immers snel een racistische of misogyne ondertoon krijgen en daardoor averechts werken. Als de democraten plots toch hogere kansen toebedeeld krijgen, dan zaait dat twijfel over de gunstigere belastingregimes die een aantal megabedrijven associëren met een overwinning van Trump.
Intussen zwalpen overheidsobligaties nog steeds rond als wrakhout na hun scheepsramp in 2022. Er wordt weliswaar een rentedaling in najaar in het vooruitzicht gesteld, maar de koersen van overheidspapier kunnen daar nog niet op vooruitlopen. Een opwaartse reactie op de koersen is pas mogelijk bij de effectieve realisatie. We kunnen niettemin wel anticiperen op het verwachte scenario van de langetermijnrente door nutsbedrijven op te nemen.
De evolutie van de renteverschillen binnen de eurozone wekt intussen ook enige verbazing. Ondanks de scherpe taal van de EU en het gezwaai met potentiële sancties voor landen die onvoldoende maatregelen nemen om hun begrotingstekorten te beteugelen, krimpt de rentespread van de landen met een hoge schuldgraad.
Grafiek 2: Evolutie van het renteverschil met Duitsland (overheidsobligaties tien jaar)
We kunnen dit alleen maar verklaren vanuit een geopolitiek perspectief: gezien de militaire en economische bedreiging vanuit Rusland kan Europa zich geen nieuwe muntcrisis veroorloven. Er zal dus alles aan gedaan worden om het voortbestaan van de eurozone te verzekeren. Daardsoor zien landen als België, Italië of Spanje zich gevrijwaard van al te radicale Europese ingrepen. Voeg daaraan toe dat de economische dreiging voor Europa, als Trump de presidentsverkiezingen zou winnen, niet meer alleen uit het oosten zal komen maar, via tariefverhogingen, ook uit het westen. Daardoor neemt de noodzaak voor cohesie in het Avondland alleen maar toe.
We hebben trouwens altijd betreurd dat Biden en niet Trump de verkiezingen van 2020 heeft gewonnen. Niet omdat onze sympathie voor het gedachtegoed van de laatstgenoemde zo groot is, integendeel. Maar wel omdat een president in de VS sinds in 1951 maar tweemaal verkozen kan worden, zoals vastgelegd in het 22ste amendement op de grondwet2. In voorkomend geval zouden we in november 2024 eindelijk terug normale verkiezingen gekregen hebben, los van populisme en willekeurig getater.
1 Ruimtevaartingenieur en veiligheidsexpert Edward Murphy verwoordde het (volgens zijn zoon Robert) initiëel wat anders: ‘Als er meerdere manieren zijn om iets te doen en één van die manieren eindigt rampzalig, dan zal iemand het op die manier doen.’
2 Nadat Franklin D. Roosevelt in 1945 zijn vierde overwinning als president had laten optekenen, namen de geruchten over zijn zeer zwakke gezondheidstoestand een fatale wending, slechts 48 dagen na zijn indiensttreding. Het Congres wilde vermijden dat een president in de toekomst nog zo lang zou kunnen aanblijven, maar durfde er zich tijdens de oorlogsjaren niet aan te gewagen. Het 22ste amendement werd in 1947 goedgekeurd en in 1951 in werking gesteld, waardoor een president maar tweemaal kan verkozen worden. Vergis u echter niet: een president kan wel degelijk drie mandaten opnemen, voor zover het eerste mandaat minder dan twee jaar heeft geduurd. De toenmalige president Harry Truman was zeer sterk gekant tegen dit amendement. Wellicht om een veto te vermijden werd voor hem een uitzondering gemaakt (via een ‘grandfathering clause’). Omwille van zijn uiterst povere resultaten in de voorverkiezingen van de democratische partij besloot president Truman echter geen gebruik te maken van deze uitzondering. Hij trok zich terug om een verkiezingsnederlaag te vermijden. Het 22ste amendement is dikwijls voor herziening vatbaar gemaakt en werd onder meer bekritiseerd door de uittredende presidenten Reagan en Clinton.
Bovenstaande informatie voor beleggers houdt op geen enkele wijze verband met uw persoonlijke situatie en vormt dus geen beleggingsadvies. Gelieve het Essentiële-Informatiedocument en het prospectus zorgvuldig te lezen alvorens een investeringsbeslissing te nemen. De rendementen, uitgedrukt in euro's zijn gebaseerd op historische gegevens die geen garantie voor de toekomst bieden. Ze worden berekend exclusief toeslagen en belastingen. De fiscale regels zijn van toepassing op particuliere beleggers die in België wonen. Ze hangen af van de individuele situatie van elke belegger en kunnen in de toekomst aan wijzigingen onderhevig zijn. Beleggingen in dit compartiment zijn onderhevig aan marktschommelingen en de belegger kan in sommige omstandigheden minder ontvangen dan hij/zij belegt. Amerikaanse staatsburgers zijn niet bevoegd om in te schrijven in de compartimenten van onze sicavs. De beheermaatschappij kan besluiten de commercialisatie van haar instellingen voor collectieve belegging stop te zetten, overeenkomstig artikel 93 bis van Richtlijn 2009/65/EG en artikel 32 bis van Richtlijn 2011/61/EU.